Vergelijken maakt van mij een geluksvogel en van haar een slachtoffer

‘We kennen elkaar nog maar een jaar of drie. Eerst alleen van langslopen bij het zorginitiatief van mijn zus. Maar als je elkaar blijft tegenkomen, ontstaan er vanzelf gesprekken en leren we elkaar beter kennen. Helemaal als we samen met nog twee moeders succesvol een actie op touw zetten om het zorginitiatief te helpen.’

‘We zijn ongeveer even oud. Zijn allebei moeder. Hebben een leuke baan. Zij kan prachtig schrijven en maakt ontroerende en rake blogs. Ze heeft een geweldig boek geschreven over haar kinderen. Ik ben -onuitgenodigd- bij de presentatie ervan aanwezig geweest en heb het gekocht. Ik heb het nu al twee keer gelezen.

Even oud

Wat me de eerste keer niet was opgevallen, trof me bij de tweede keer lezen recht in het hart. Haar zoon blijkt slechts één dag eerder geboren dan de mijne. Ruim twaalf jaar geleden liepen we beiden te dromen over hoe ons kindje zou zijn. Maar haar zoon is meervoudig complex gehandicapt en de mijne ‘gewoon’. En dus is alles anders.

We hebben er samen over gepraat. De vergelijking is er altijd wel, maar kwam door dit feitje wel heel dichtbij. Wat als mijn lot het jouwe was geweest en andersom? We bekijken elkaars leven en elkaars kind toch net even anders. Waarom gaan de dingen zoals ze gaan… Zo had het dus kunnen zijn. Hoe wreed en willekeurig is het lot, het leven?

Meemaken

De rij van zaken die ik wel mag meemaken met mijn zoon en zij niet met de hare is eindeloos:
De eerste dag naar de kleuterschool. De eerste keer fietsen zonder zijwieltjes. Het strikdiploma. Drie vriendjes mee naar huis uit school en samen hutten bouwen op zolder. Samen koekjes bakken. Een zelf geknutseld Moederdagcadeautje krijgen. Het halen van een zwemdiploma. Bibberend langs de kant staan bij voetbalwedstrijden op zaterdagmorgen. Het bekijken paasrapport en wachten op de uitslag van de Citotoets.

En in de toekomst de hele grote dingen: het eerste vriendinnetje leren kennen, een eerste baantje, een eigen huis, een trouwerij of een kleinkind krijgen. Enzovoort.

Wat ik niet mee hoef te maken en zij wel. Die lijst is misschien wel even eindeloos en onvoorstelbaar: Je kind sondevoeding moeten geven, noodmedicatie moeten toedienen bij een epileptisch insult, zien hoe hij pijnlijke medische onderzoeken moet doorstaan zonder het aan hem uit te kunnen leggen waarom, zorgindicaties aanvragen, steeds opnieuw, het opzetten van een thuisprogramma zodat je zoon zich toch kan ontwikkelen, je kind groter zien groeien en merken dat de zorg alleen maar zwaarder wordt, het voortdurend doormaken van een rouwproces over alles wat er niet is en nooit zal zijn. Enzovoort.

Het brengt me in de eerste instantie enorm verlegenheid. Zoals je je als rijke westerling opgelaten voelt bij de beelden van hongerige Afrikaanse kinderen. Dat is de eerste impuls. Waarom ben ik zo bevoorrecht? Wat ben ik anders dan zij om dit geluk te verdienen? Dat zelfs heel gewoon te vinden. Hoe durf ik te genieten en te praten over wat mijn kind allemaal kan, over mijn minuscule problemen, over mijn gebrek aan vrije tijd terwijl zij dit doormaakt. Het gevoel geen recht heb om te klagen, op verdriet. Medelijden en ongemak liggen op de loer.

Vergelijken

Vergelijken, het zit diep in ons. Al vanaf de kleuterschool wordt het ons aangeleerd. Groter en kleiner, langer en korter, donkerder en lichter, minder en meer. Op zich heel nuttig, maar bij dit soort emotionele kwesties ervaar ik deze diepgewortelde behoefte om te ordenen als een grote handicap, een stoorzender. Want dit soort dingen zijn helemaal niet te vergelijken. Iedere mogelijke indeling is pijnlijk en doet geen recht. Bij verdriet en leed, geluk en ongeluk werkt het averechts en brengt het je verder bij elkaar vandaan.

Doordat ik opgegroeid ben met een gehandicapte zus weet ik gelukkig dat medelijden en ongemak wel het laatste is waar ze in haar situatie op zit te wachten. Zelf word ik er vooral kriegelig van als het over mijn zus gaat. Voor mij is Hester altijd prima geweest zoals ze is. Nooit heb ik me afgevraagd wat ik allemaal gemist heb door haar handicap. Hoe het geweest zou zijn als ze ‘gewoon’ was geweest. Dat deden anderen.

Dus overwin ik keer op keer mijn eerste impuls. Ik stop met het zinloze vergelijken dat van mij een geluksvogel en van haar een slachtoffer maakt en neem de situatie zoals hij is zonder er etiketten op te plakken. Ik stop met vergelijken en stap over op delen. Zet op de voorgrond wat ons bindt. Want ze is toch vooral in de eerste plaats net als ik een moeder die goed voor haar zoon wil zorgen, hem wil troosten en koesteren en stimuleren het beste uit zichzelf te halen. Die net als ik dol op hem is en van hem geniet. Van zijn stapjes vooruit. Ook al zijn die zoveel kleiner, in de basis is er geen verschil. Van het contact, het knuffelen, dat wat hem haar kind maakt. Als ik zo naar haar kijk hebben we veel te delen.

Toch ontkom je er soms niet aan, de vergelijking. En schrijnt dat even heel erg. Zoals tijdens het weekend waarin beide jongens twaalf werden. Een mijlpaal die voor mij feestelijk maar voor haar inktzwart was. Ik voel mee hoe moeilijk dit voor haar moet zijn en deel dat. Ze is er blij mee en drukt me op het hart gewoon van mijn eigen geluk genieten. Pijnlijk blijft het, maar zelfs bij vergelijken helpt delen toch het beste.’


Boeken van en voor ouders-van. Omdat het vol herkenbare verhalen en situaties staat. Heb jij hem al? De gehele opbrengst gaat naar de vereniging fragieleX.