Welkom op de show!

14,99 incl. BTW

Jim, de zoon van Pim, verzorgt, naast de kassadiensten thuis, een doorlopende dans- en zangshow en is ook nog eens chef-kok en ober. En dat terwijl hij het fragiele X syndroom heeft, met bijbehorende beperkingen. Zoals ADHD, dominant aanwezige  autisme en een behoorlijk verstandelijke beperking. Dit alles leidt dan weer tot minder gebruikelijk gedrag. Wat dit betekent verhaalt Pim in dit boek. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Ik nodig u uit om kennis te maken met Jim en het stille syndroom. Welkom op de show.’

Auteur: Pim Kok

200 pagina’s

94 op voorraad

Categorie:

Beschrijving

Jim heeft het fragiele X syndroom en zijn vader schreef er een boek over.

‘Het is het begin van de avond. De koffie is op en de winkels in de buurt zijn dicht. Allemaal, behalve één: de winkel van mijn jongste zoon Jim.
De winkel van Jim bevindt zich in onze huiskamer. Er staat een echte winkelkassa en er is volop voorraad: voor een last minute koffie moet je bij Jim zijn. Hij is de vriendelijke winkelmeneer die nooit te beroerd is om open te gaan.
Jim rekent 50 tot 100 euro voor een pak koffie, maar de boodschappen worden wel ingepakt door de kleine middenstander zelf. Ouderwetse service. Wordt het te druk aan de kassa, dan galmt door de huiskamer: ‘Assistentie kassa graag, assistentie kassa!’

Jim, met het fragiele X Syndroom, is de speciale zoon van Pim Kok. Pim zegt over dit syndroom: ‘Het fragiele X syndroom is de meest voorkomende erfelijk overdraagbare verstandelijke beperking, maar tegelijk vrijwel onbekend.’
In dit boek ‘Welkom op de show’ vertelt Pim in korte hoofdstukken over hun leven met Jim. Hoe de diagnose fragiele X syndroom als een mokerslag binnenkwam, waarna het leven toch gewoon verder ging. Waarin geluk liefde en verdriet elkaar afwisselen. En waar af en toe een ramp gebeurt, zoals die ene zomer toen de stoplichten een week lang defect waren:

‘Ik fietste met Jim naar het stoplichtenparadijs. Op 100 meter afstand was hij niet meer aanspreekbaar. We waren dicht bij het punt waarop een teken van stoplichtleven waarneembaar kon worden. Jim ging steeds harder trappen. Ik keek naar hem en zag waartoe de menselijke expressie in staat is. In zijn starre ogen sprong de opwinding van de bevrijding. De ademhaling verveelvoudigde, de spanning om zijn lippen boog om tot een triomfantelijke krul: ‘Papa, ze doen het weer!’
Hij spoot vooruit. Ik zag een klein jongetje in de verte stilhouden bij een stoplicht en een knop indrukken. Het werd groener dan een stoplicht ooit werd.’ (pag 96)