Lief, leed en andere verhalen nu met korting!
Wil jij deze bijzondere verhalen over het leven met een zorgintensief kind lezen of iemand anders ermee verrassen?
Dan is dit hét moment!
Elk jaar voelde ik tijdens de vakanties in zomer, voorjaar, herfst en winter jaloezie en afgunst. Een beetje overdreven hoe ik het opschrijf, maar het feit dat anderen zo lekker vakantie vierden in het buitenland, terwijl ik in mijn kleine wereldje met Beer zat, stak.
‘Oh, ik was zoooo ontzettend toe aan vakantie!’, zei de vriendin die voor de derde keer dat jaar minstens 2 weken weg was. Al haar volgers voorziend van een kleurrijk verslag van strandjes, restaurantjes en kindjes, spelend in de zee.
Of – nu de kinderen ook ouder worden zoals die van mij – 5 weken rondreizen in verre oosterse landen. Ga er maar aan staan met een gehandicapt kind, dat is al een enorme onderneming op zich.
Mijn gevoel van afgunst ging zover dat ik vrienden tijdelijk even op ‘mute’ zette op Facebook.
Ik vond het al knap van mezelf dat ik een midweek Veluwe had overleefd met Beer en zijn zusje, dan hoefde ik even niet die paradijselijke vakantiefoto’s onder ogen te krijgen. Liever niet te veel confrontatie met mijn eigen isolement.
Tot er een dag (of jaar) kwam dat het me niet meer raakte. Zoals dit jaar. Ik merk dat ik het zelfs leuk vind om kiekjes door te scrollen van dierbaren die het willen delen met de rest. Zo zie ik fantastische foto’s van Japan en een heel menu in plastic in de etalage. Ik gun zowaar vrienden mooie zonnige reizen, wetend dat achter die foto’s vast ook bloed zweet en tranen met blaren zitten.
‘Hoe zou dat komen?’, vraag ik me hardop af terwijl ik het eten van de honden in hun bakjes doe.
Gijs de hond kijkt me zachtaardig en liefdevol aan.
Mijn conclusie is dat ik dan berusting moet hebben gevonden in het feit dat mijn leven dan wel anders is als moeder van Beer, maar niet minder.
Ik besef ook dat ik niet eens meer dat gevoel heb van ‘missing out’.
Ik rij met Beer na het eten in de avond naar het zwemstrandje.
Zie de ‘achterblijvers’ genieten van de avondzon en voel me zelfs rijk.
Beer die in het water poedelt en ik die aan het opdrogen is van een zwemrondje.
Vroeger kon ik het me niet voorstellen dat ik dit gevoel zou hebben maar blijkbaar komt het met de jaren.
Het besef dat mijn leven prima is zoals het is.
Het zong al een tijdje rond in mijn eigen deel van de social media: Gordon zou de Nederlandse Dieter worden. ‘Dan doet mijn kind niet mee!’ riep de ene moeder. ‘Dat wordt leuk!’ riep de ander. De meningen over Gordon zijn op z’n minst verdeeld, terwijl alle moeders verliefd zijn op Dieter, de presentator van de Vlaamse Down the Road. Nieuwsgierig en een tikje bevooroordeeld, kijk ik naar de eerste aflevering van de Nederlandse editie. Met Gordon dus.
Down the Road begint meteen fout. De voice-over is ontzettend oubollig; alsof ik naar een kampeerprogramma van omroep Max kijk. Maar zodra ze haar mond houdt, moet ik lachen. Lachen om Gordon omdat hij op z’n eigen jolige wijze de jongeren begroet. Zonder neerbuigend te zijn of ze kinderlijk aan te spreken. Hij doet zoals hij altijd doet en dat werkt wonderwel heel goed. Zingend gaan ze met z’n allen op pad in een busje, met Gordon achter het stuur.
Even voor wie het TV-programma Down the Road niet kent: Gordon gaat 12 dagen met een groep van 7 jongeren met het syndroom van Down op reis, kriskras door Nederland. Ze ondernemen allerlei activiteiten, kletsen, lachen en leren nieuwe dingen. SBS6 maakt daar TV van. De Vlaamse versie kent al een aantal edities en is heel populair. Vooral door presentator Dieter, die de jongeren feilloos aanvoelt en in een eerlijke en heerlijke mix van vader, vriend en coach de jongeren begeleidt.
De Nederlanders rijden naar zuid Limburg, ze gaan kamperen. Ik moet opnieuw lachen, omdat de deelnemers zo herkenbaar zijn. Natuurlijk ieder mens is uniek, Daniël ook. Maar toch, veel van de dingen die de jongeren in het programma zeggen en doen, herken ik. De knuffels -welbesteed bij Gordon- hun emoties die ze niet verbloemen en hun openheid.
Al kijkend vraag ik me af hoe een neutraal iemand zo’n programma nou beziet. Ik scroll door de tweets met #downtheroad en zie alleen maar positieve reacties: ‘heerlijk spontaan programma’, ‘Als we toch allemaal maar zo onbevangen en liefdevol met elkaar om konden gaan, was de wereld zoveel mooier’, ‘Wat een leuk programma, zo open en eerlijk.’
Deze reacties geven ook antwoord op mijn vraag die ik altijd heb bij dit soort programma’s: ‘Moet dat nou? Is het geen aapjes kijken?’
Ja dit soort programma’s moeten, concludeer ik. Omdat we -als kijkers- iets kunnen leren van alle Daniëls op deze wereld. Daan doet dat in het klein, in zijn eigen omgeving. Thirza, Nick, Liam en hun reisgenoten durven dat in het groot.
Gordon hoeft de bal alleen maar in te koppen -en hun eerlijkheid te incasseren. Want als hij concludeert dat het zo leuk is om met ze op pad te zijn omdat hij nu eindelijk mensen tegenkomt die zijn muziek wél waarderen, krijgt hij als antwoord van een van de meisjes: ‘Mag ik eerlijk zijn? Ik ken niet één nummer van jou!’
(fotocredit: Talpa, fotograaf William Rutten)