Ze zagen hun gehandicapte broer als een soort aardappelzak

Ik weet niet waarom maar de laatste tijd schiet ik altijd vol als mijn kinderen iets liefs doen voor hun oudere gehandicapte broer. Ontzettende onzin, want waarom zouden ze lief moeten zijn alleen maar omdat hij in een rolstoel zit en niets zelf kan? Waarom mogen ze hem niet net zo de tent uitvechten als elkaar? Waarschijnlijk omdat moeders nu eenmaal van lieve momenten houden.

Een jaar of zes geleden maakte ik me nog zorgen. Brusjes in andere gezinnen waren zo lief voor hun gehandicapte broer of zus. Terwijl mijn kinderen Ties als een soort aardappelzak behandelden. Ze schoven hem opzij als hij in de weg stond, zappten ongevraagd de TV naar hún zender. Of deden ‘m uit zodat Ties naar een zwart scherm zat te kijken terwijl zij al lang en breed met hun vriendjes buiten speelden. Maar ik wilde hen nooit dwingen. Ik paste ervoor om later te horen dat ze zoveel moesten doen voor de gehandicapte in huis.

Het sloeg om toen de kinderen ouder werden. Bijna vanaf de ene op de andere dag. Wat het zetje gaf om echt oog te hebben voor de behoeftes van hun grote gehandicapte broer, was de eerste vakantie op een ‘aangepaste camping’. Iets dat we tot dan toe vermeden hadden. Alsof bij het zien van al die andere brusjes, het kwartje viel. Sindsdien betrekken ze Ties veel meer in hun spel, of kruipen ze ’s avonds nog bij hem in het hoog-laag-bed voor een knuffel of praatje. Ze begrijpen ‘Ties-taal’ vaak eerder dan wij.

Maar het kan ook zijn dat het andersom is. Ties laat steeds duidelijker van zich horen. Hij commandeert zijn broer en zus vanuit zijn kamer aan de lopende band. Zo zappt hij graag tussen koken en sport, maar kan dat niet zelf. Regelmatig klinkt er ‘ijk! Ookuh’ (Rijk! Koken!) of ‘Oejaah! Ohk!’ (Loes! Sport!). Zuchtend staan ze op, maar ze doen het wel. De woorden ‘Ik ook’ die Ties goed heeft leren zeggen, zorgen dat hij niets hoeft te missen. En dat zijn hoge jongensstem steeds zwaarder en mannelijker wordt, werkt niet in zijn nadeel.

Van welke kant het ook komt, ik ben er blij mee. Gisteren hoorde ik gegiechel achter me. Het kwam van Ties, bedolven onder zijn broer en zus die zich wiebelend op zijn rolstoel hadden gevleid. ‘Mama, snel, maak een foto!’ riep mijn selfie-junkie-dochter. Ik pakte braaf mijn telefoon, klikte, bekeek het plaatje en moest mijn neus alweer snuiten.


In onze winkel vind je nog veel meer herkenbare verhalen over het leven met een gehandicapte broer of zus. Snuffel eens rond. Met de aankoop van een van onze producten steun je het werk dat we doen.