Iets met te lange nepnagels, een ID-kaart en het roze cijfer 4

We zaten in het zonnetje voor het grote stadhuis te wachten op het zusje. Beer was deze dag thuisgebleven van de dagbesteding omdat zijn blik op half 7 hing, toen hij opstond. Ook was het een teken van krakkemikkigheid dat hij zonder twijfel ‘ja!!’ antwoordde op mijn vraag of hij deze dag ‘bij mama’ wilde blijven. Normaal gilt hij het uit als ik ook maar in de buurt van zijn oor kom met een thermometer. Vandaag gaf hij zowaar toe aan het ziekjes zijn. En dus moest hij mee naar het stadhuis.

Een ID-kaart

Het was voorjaarsvakantie, ik had het zusje met 7 berichten op haar mobiel zover gekregen om op tijd bij vriendinnen A en B weg te gaan. Wel met de tram, want fietsen is niet ‘chill’. Zodat ze uiterlijk om 15.15 uur klaar zou staan voor de ingang van het stadhuis, met haar vers gemaakte pasfoto’s. We moesten een ID-kaart aanvragen en aangezien Beer mee was kon ik gelijk kijken hoe deze procedure zou gaan.
Beer’s ID-kaart is bijna aan vervanging toe. En alleen al pasfoto’s laten maken is een uitdaging, want zodra je Beer neerzet voor een geposeerde foto, steekt hij een cijfer in de lucht met de meest warme harde lach die je je maar kunt voorstellen.
‘Kan je alsjeblieft alvast met Beer naar binnen gaan??!!’ Ik kreeg een bericht terug van het zusje. Blijkbaar was ons plekje in de zon iets te dicht bij de skategroep van pubers waar ze ongeveer iedereen wel kent. We gingen dus maar veilig binnen verder wachten.

De roze 4

Beer voelde zich door het onverwachte uitje naar de stad enorm opgeknapt. Hij had een balloncijfer van een roze 4 in zijn hand en frietjes van de Mac in zijn maag. Ook voelde hij exact aan dat de hal van het stadhuis niet een ruimte is waar je op en neer kan springen met lawaai. Juist daarom kreeg hij een ondeugende grijns op zijn gezicht en begon te onderhandelen hoeveel ‘kruisjes’ lawaai hij mocht maken.
‘Twee kruisjes Beer’, probeerde ik met mijn kalmerende stem uit angst voor tien kruisjes escalatie van plezier met het benoemen van hem dat het een disco was.
Ik keek om mij heen en zag alle stadbewoners gelaten wachten en het zusje met haar zwarte capuchon ver over haar hoofd naar binnen lopen. Ze keek schichtig achter zich of haar skatevrienden haar gezien hadden.

Na toch wel een eeuw te hebben gewacht met mijn kalme meditatieve uitstraling naar Beer toe, mochten we met z’n drieën aanschuiven voor een loket. Waar een vrouw zat met een man die blijkbaar nog in de leer was  hoe je een ID-kaart moest regelen. De ID-kaart die thuis eerst miraculeus kwijt was, maar daarna toch werd gevonden onder een ontploft bed in een ontplofte puberkamer.
Beer kreeg mijn telefoon weer waarop hij filmpjes ‘keek’ terwijl hij de microfoon tegen zijn oor drukte. Straaltjes spuug liet hij verfijnt in en uit zijn mond glippen. Maar hij was rustig.

En te lange nepnagels

Alles ging vlot, behalve dat de van haar zakgeld betaalde enorme nepnagels het niet toelieten dat ze vingerafdrukken kon maken. Paniek, want hoe moest ze het nu weer oplossen zonder dat iedereen naar ons zou kijken? Mijn zen-houding van totale kalmte verloor het van de stress waarmee ik me afvroeg of ik nou opnieuw een afspraak moest gaan maken voor haar ID of dat ze ter plekke die nagels eraf kon krijgen. Beer was inmiddels aan het springen met één arm in de lucht en in de andere de telefoon en het roze cijfer 4. De mevrouw bleef wonderbaarlijk vriendelijk en kalm. De meeloop-meneer gniffelde zachtjes, dit was iets dat hij misschien niet vaak mee zal maken in zijn nieuwe carrière.

Eén nagel kreeg ze er af, al zat er ook een stuk eigen nagel aan vast. Met een arm naar Beer voor de rust, ging mijn andere arm naar de schouder van mijn dochter. Ik zag in dat dit voor haar op een klein trauma zou kunnen eindigen. Naast de vele andere kleine trauma’s van het zusje zijn van Beer. Dus de andere wijsvingernagel knipte ik resoluut kort met een keukenschaar die de mevrouw snel aangaf. Met de belofte dat ze na de afspraak, van mijn geld, nieuwe lange nepnagels mocht laten zetten. Opvoeden blijft geven en nemen tenslotte. Ik bedankte de mevrouw en meneer voor hun tijd en aandacht. Zo liepen Beer en ik aan de ene kant het stadhuis uit en het zusje, met een opgeheven hoofd zonder capuchon, aan de andere kant richting de nagelsalon.

Thuisgekomen overdacht ik mijn nooit saaie leven. Het tikkie van ‘nieuwe nagels’ betaalde ik en Beer was vrolijk verder aan het springen op de trampoline in de tuin.


Meer lezen? Ja, soms schamen die brussen zich voor hun broer of zus. En dat mag, lees alles over schaamte in editie 21 van Lotje&co.