Oermoeder: moeder-van een zorgintensief kind

‘Mamaaa..?’
Ik lag te slapen maar ben meteen wakker als ik Tobias hoor roepen – de oermoeder in mij is altijd paraat voor mogelijk gevaar.

‘Ja?’
‘Mijn deken ligt niet goed.’
Oermoeder gaat gelijk weer slapen. Zij is er voor beren, boeven en brand – niet voor dit soort geneuzel, dit moet ik maar zonder haar uitzoeken.

‘Trek ‘m maar over je heen lieffie.’
Klein stemmetje: ‘Dat lukt niet!’
‘Ga dan eerst maar even plassen, dan doe je het licht aan en ga je naast je bed staan. Dan lukt het wel.’
‘Maar mama..!’
‘Toe maar Tobias.’
Het licht gaat aan in zijn kamer.
‘Auw! Het licht is veel te fel!’ Hij huilt al bijna.

Ik kijk op de klok. 02:41 uur. Het dilemma: sta ik op om hem te helpen en te voorkomen dat hij overstuur raakt? Of blijf ik liggen omdat hij anders nooit leert zelf zijn deken goed te leggen? Ik ga voor de gulden middenweg en sta op. Terwijl Tobias staat te plassen, loop ik naar zijn bed. Zijn dekbed ligt als een zandloper, precies halverwege 180 graden gedraaid.

‘Leg je deken maar goed,’ zeg ik als hij aan komt lopen. Hij springt bovenop zijn dekbed, wat het moeilijker maakt om die goed te leggen, maar het lukt hem toch. Al snel ligt hij er weer onder.
‘Goed zo, jij kunt je deken goed leggen. De volgende keer kun jij dit ook zelf. Nu lekker slapen lieffie.’
‘Maar kijk, hij ligt hier los langs de rand! Je moet ‘m instoppen!’
‘Nee mop, ik kan niet altijd ‘s nachts je deken komen instoppen. Je deken hoeft ook niet ingestopt. Als je er maar onder ligt. Andere mensen moeten ‘s nachts ook wel eens hun deken goed leggen zodat ze er weer onder liggen. Dat kun jij ook.’
Ik doe zijn lampje uit en geef ‘m een kus op zijn hoofd. Zelf ga ik ook nog even naar de wc en dan nestel ik me weer in mijn bed.

‘Maar mamaaa..?’
Zucht… ‘Ja?’
‘Mijn kussen ligt ook niet goed.’
Toen ik net bij zijn bed stond lag dat kussen nog prima, maar ik ga er geen discussie over aan. ‘Leg ‘m maar goed schatje, dat kun jij.’

Dan blijft het stil. Vijf minuten later hoor ik aan zijn ademhaling dat hij weer in slaap is gevallen. Ook Machiel ligt naast me te ronken, die slaapt een stuk vaster dan ik en heeft waarschijnlijk niets meegekregen van het gebeuren.

In plaats van nu zelf ook weer in slaap te vallen vertrekt mijn hoofd voor een rondgang langs de onderwerpen zelfstandigheid, probleemoplossen en de toekomst, maar daar steek ik een stokje voor.
Ik doe het licht aan en sla een boek open – de snelste manier om weer in slaap te kunnen vallen.