Hoe weet je of je niet-sprekende kind jouw karakter heeft?
Mijn kinderen zien er anders uit dan ik. Dat mag natuurlijk niets uitmaken, qua onvoorwaardelijke liefde en zo, maar ik ben er nogal kinderachtig in. Zie ik een blonde krullenmoeder met blonde krullendochter op de fiets, dan steekt dat. En bij een compleet gezin met doorlopende wenkbrauwen denk ik: ja, die kerstfoto straks, die klópt tenminste.
Zelf ben ik, al naar gelang het seizoen, licht getint tot diepdonkerbruin. Mijn jongsten daarentegen zijn twaalf maanden lang doorschijnend wit. Hun haar is blond en hun ogen blauw. Het is dat de navelstreng er nog aan bungelde toen al dat Hollands glorie in de lucht werd gehouden, ik had ze niet één-twee-drie als bloedverwant herkend.
Ook hun karakters verschillen van het mijne. Ik was een rustig, volgzaam kind dat zichzelf goed kon bezighouden. Zij zijn zeer aanwezig, nemen weinig voor waar aan en hoewel ze prachtige kamers hebben, zijn ze het liefst daar waar ik ben om hen onafgebroken te vermaken.
Heeft Ties mijn karakter?
De oudste heeft wél overduidelijk mijn genen. Ties heeft mijn kleurtje, mijn bouw, mijn donkere haar. Alleen zit hij, door zuurstofgebrek bij de geboorte, zwaar spastisch in een rolstoel. Dus denkt iedereen dat ik z’n begeleider ben. Of hij mijn karakter heeft, is moeilijk te peilen: hij kan niet praten.
Ik herinner me een gesprek met zijn therapeuten en leerkrachten, toen Ties in de puberteit was. Je zou een kleine gymzaal kunnen vullen met al zijn ondersteuners, maar wij propten onszelf in het kamertje van de schoolpsycholoog. Bij dit soort besprekingen ontroert het me hoeveel mensen dagelijks intensief met hem bezig zijn. En hem misschien wel beter kennen dan ik. Ik kaartte aan dat hij thuis de laatste tijd voortdurend boos en onhandelbaar is. Het is dat hij fysiek niet in staat is om met deuren te smijten, hij zou het graag willen. Zijn geest mag blijven steken, de hormonen denderen door.
Verbazing in de kring. Ties? Die is juist altijd vrolijk. Met handen en voeten knoopt hij overal gesprekjes aan. Kinderen kiezen hem als eerste in hun groepje. Ondanks zijn vele beperkingen is hij de sociaalste van de klas. Tevreden fietste ik naar huis. Mijn zoon is een pleaser! Een vrolijke allemansvriend, die slechts bij degenen die hij liefheeft z’n relaxte chagrijnige zelf durft te zijn. Ja. Hij lijkt op mij.
Veel van die verhalen over ‘wat niemand weet …’ zijn hier terug te vinden. Hou je van lezen? Dan is dit de plek om verder te snuffelen.