10 dingen die je ouders met een gehandicapt kind nooit hoort zeggen
Op de bonnefooi op vakantie gaan. Je aanmelden voor vrijwilligerswerk op school. En nog meer dingen die je ouders met een gehandicapt kind niet snel hoort zeggen:
1. Natuurlijk kunnen we last-minute mee op wintersport!
Wacht, ik pak meteen de rolstoelslee uit de garage en als die kapot is, kopen we gewoon even een nieuwe bij Perry Sport.
2. Neem gerust ál je kinderen mee als je op bezoek komt.
En voer ze van tevoren nog wat suiker. Ik ben namelijk helemaal niet al totaal overspannen van mijn eigen gezin.
3. Geniet er maar van, voor je het weet zijn ze groot.
Die zorgeloze jaren vol spalkjesspreekuren, gebroken nachten en ritjes naar het AMC en revalidatiecentrum komen nooit meer terug.
4. Zet mij maar op de lijst voor het kerstversieren van de aula.
Zodra ik uit de wacht ben met de helpdesk voor de spraakcomputer, de PGB-verantwoording af heb en spierverslappers bij de apotheek heb geregeld, spring ik op de fiets!
5. Kom, we gaan dit jaar eens lekker op de bonnefooi met vakantie.
Leuk! Met de rolstoelbus naar een afgelegen bergtop of zo.
6. Laten we nog een kind nemen.
Ik heb altijd al een groot spastisch gezin willen hebben.
7. En een hond! Uit het asiel, met een mank pootje.
Waar we heel veel tijd en energie in moeten steken en die nooit zindelijk wordt. Hebben we tenslotte genoeg ervaring mee.
8. Ik ben dolblij met m’n aangepaste nieuwbouw bungalow.
Zo’n jaren-30 glas-in-lood villa met speelzolder en open haard waar al mijn vriendinnen in wonen, lijkt me vre-se-lijk.
9. Anders vieren we kerst toch gewoon bij ons?
De rolstoeldrempel voor oma’s rollator ligt er toch al.
10. Heerlijk: vakantie!
Twee weken lang 24 uurs zorg voor je 100% afhankelijke kind en z’n door de kerstkransjes, -cadeautjes, -liedjes en -stress hyperactieve broertje en zusje. Bring it on!