Lief, leed en andere verhalen nu met korting!
Wil jij deze bijzondere verhalen over het leven met een zorgintensief kind lezen of iemand anders ermee verrassen?
Dan is dit hét moment!
Je bent geen slechte ouder als je zo nu en dan baalt van de zware zorg die je moet geven aan je kind. Je was eerst gewoon een mens en je voelt je nu af en toe een robot.
Je bent geen slechte ouder als je je kind vanaf de zijkant door een meltdown laat gaan in de ‘buitenwereld’. Tuurlijk voel je de afkeurende blikken van mensen die overal iets van vinden. Je weet vanuit ervaring dat alleen nabij blijven je kind steun geeft om er zelf uit te kunnen komen.
Val je door de mand als je toegeeft dat je je alleen voelt? Je bent geen super ouder. Je doet wat je kan maar je wil ook wel eens dat een vriend(in) jou uitnodigt voor een etentje. Dan is de keus aan jou of je eropin kan gaan. Maar je wordt tenminste niet vergeten.
In de speeltuin mag je heus gewoon even niets doen met je kind dat niet kan zitten en meespelen. Of je kind wat alleen meditatief met zand speelt. Je mag juist dankbaar zijn dat je even tot rust mag komen. Laat die andere ouders zich maar uitsloven voor punten.
Je mag best boos worden als je ouders of dierbaren je proberen ‘te helpen’ door kritiek te geven. Ze doen dat naar eigen zeggen omdat ze van je houden. Ze begrijpen niet dat die kritiek jou alleen maar meer alleen doet voelen. Beter kunnen ze zeggen dat ze zien dat jij het zwaar hebt. En zeggen dat ze er voor je zijn.
Laat die zorgverleners/mensen maar lekker praten. Als ze vinden dat je kind dan maar uit huis moet plaatsen, laat ze. Ze vinden overal wel iets van. En de mensen die zelf geen zorgintensief kind hebben die vinden van alles het meest.
Je mag jezelf soms best een slechte ouder vinden. Dat is nou eenmaal wat wij snel doen. Maar je mag ook best wat vaker trots op jezelf zijn. Hoe jij er bent voor je kind, de onvoorwaardelijke liefde die jij voelt, dat is pas bijzonder.
Gisteravond voor het slapen raakte ik verstrikt in een algoritme over rijke en mooie mensen die filmpjes maken over hun dagritme. Simpele zaken zoals boodschapjes opbergen en daar alleen het klikkende geluid bij laten horen van eieren in de koelkast zetten bijvoorbeeld (Autonomous sensory meridian response).
Ik zag een mooie blonde vrouw in haar dure auto dure boodschappen doen. Vervolgens zette ze al de groente op kleur in haar koelkast. Ze ruimde al het fruit op in mooie bakjes en keek daar prachtig sereen en euforisch bij. Haar dure designer tasjes paste ze aan bij haar designer outfit.
Nieuwsgierig naar wie dit was en of het geen grap was bekeek ik haar internet pagina. Ze heeft er een heel bedrijf achter verzonnen. Verkoopt mooie esthetische ‘journals”’ om in te schrijven want, daar komt het: ze wil andere vrouwen helpen! Zelf bestond ze uit angsten en compulsieve gedachten. Dit doet ze door druk te affirmeren (positieve, versterkende gedachten over iets dat je graag wil hebben, of wil zijn en die je regelmatig moet herhalen).
Ze is nu niet meer bang omdat ze vrede heeft gesloten met een rustig, prikkelarm leven vol structuren van hoe je een huishouden moet runnen.
Ze heeft twee prachtige zonen die alleen maar organic voedsel in hun lunchbox mee naar school krijgen.
We zien geen chaos. Geen pubergedoe. Geen uitgeputte moeder. Nee alleen wat iedereen blijkbaar wil; luxe, rust, schoonheid en tijd te veel om in je journal nog meer rust te kunnen affirmeren. Je zou er haast wel weer een inzinking van kunnen krijgen.
Gek genoeg hebben wij, ouders van zorgintensieve kinderen ook best wat tijd over voor Instagram en Facebook. Misschien wel omdat het even in andermans wereld gluren onze mini vakantie van ons zorg intensieve bestaan is? Of juist de herkenning die ons niet zo alleen doet voelen als we accounts volgen van influencer families met ook zorgintensieve kinderen.
De meest eerlijke Posts over hoe zwaar het leven is krijgen de meeste reacties en hartjes. We voelen ons ook vaak radeloos en verloren. Hoe fijn als we niet de enige zijn dan!
Ineens bekijk ik die Insta-pagina van de prachtige rijke blonde vrouw met andere ogen. Zij voelde zich ook radeloos (althans als ze de waarheid spreekt in haar bio). Ze bedacht alleen een manier om zich beter te voelen over haar lusteloze en angstige bestaan als huisvrouw in Amerika. En dat werkt blijkbaar want ze is mega rijk (of heeft alleen een rijke man). In elk geval is ze het voorbeeld van wat ze voor ogen had, ze ook kreeg. Veel volgers die jaloers zijn en daardoor nog meer geld om die dure tassen te kunnen kopen.
Dus ik zit te denken. Moeten wij ouders-van niet ook meer van die gelikte affirmatie pagina’s hebben waar we al ons leed juist niet laten zien? Alleen wat wij graag zelf willen zien. Keurige en gezellige doorslapende gehandicapte kinderen en uitgeruste prachtige ouders.
Daarna besluit ik mijn gedachten dat we ons dan juist alleen maar meer alleen voelen omdat de waarheid gewoon hard is en we dan het risico lopen op een vette affirmatie burn-out.
Toen corona kwam werd er een wond opengereten waar behoorlijk stinkende prut uitkwam.
Ouderen werden ‘opgesloten’ en daar hoorde je iedereen over. Maar ook onze zeer kwetsbare kinderen in de gehandicaptenzorg konden nergens heen en daar hoorde je niemand over. Ze lijken niet te bestaan. Ook bij de landelijke verkiezingen was het een sluitpost ver achter de ouderenzorg.
Nou worden we allemaal oud, als we geluk hebben. Maar we krijgen niet allemaal een gehandicapt kind. Dus onze doelgroep is stukken kleiner dan de groep ouderen die zorg nodig heeft. Zo klein zelfs dat ze dus onzichtbaar is. En dat maakt de toekomst van zorgintensieve kinderen kwetsbaar.
Gisteren liep ik met Beer en de honden in ons vertrouwde parkje. Beer voorop, zoals hij altijd doet. Een oudere vrouw zocht mijn blik op, keek vervolgens naar Beer en zei dat ze altijd bang werd als ze zo iemand in het bos tegenkwam.
Uit ervaring, en door een dikke laag eelt, liet ik haar uitpraten. Daarna zei ik dat Beer mijn zoon is. Ik weet dat de melder zich dan erg ongemakkelijk voelt. Maar ik kan gelijk het verschil uitleggen van zomaar een verward persoon en een persoon met een verstandelijke beperking en autisme.
Voor de doelgroep ouderen zijn onze kinderen blijkbaar ook minder in het zicht. Niet zo raar als je bedenkt dat kinderen als ‘Beren’ vroeger al voor de leeftijd van 6 jaar in een instelling geplaatst werden. Dus ik was niet boos. Ik zag en zie het als heropvoeden.
Terug naar de landelijke verkiezingen, terug naar het nieuwe kabinet. Het enige dat ik heb meegekregen is dat zorgverleners niet meer zoveel en zo vaak formulieren hoeven in te vullen. Dan hebben ze meer tijd over voor de patiënt.
Niks over de langdurige zorg, behalve dat daar honderden miljoenen op bezuinigd gaat worden.
In mijn praktijk is het al sinds vorig jaar dat er ineens een leeftijdsgrens zit op de zwaar gestructureerde dagbesteding. De enige waar Beer kan komen. En nog is het zoeken naar een manier om hem te kunnen begeleiden.
Dan het logeren dat dus niet meer bestaat. Voor niemand binnen deze instelling die nog thuis woont en zware begeleiding nodig heeft.
Wachtlijsten die enorm zijn.
Woongroepen met zeer intensieve zorg waar geen enkele vaste werknemer op staat. Maar draaien op flexkrachten die komen en gaan.
Ik begin steeds dankbaarder te worden dat het thuis nog altijd goed gaat. Maar met een behoorlijke prijs, dat wel.
Ik zie de toekomst niet zo rooskleurig in voor onze kinderen. En dat voor iemand die zo goed is in het ombuigen van pech naar geluk. Dus…
Laten we de gehandicaptenzorg zichtbaarder maken.
Zelf hebben ze daar geen tijd voor vanwege de werkdruk.
En tractoren hebben ze ook al niet.
Het is alweer bijna het eind van de zomervakantie. Beers’ zusje is net teruggekomen van een week vakantie met vriendinnen. Ze mocht daarna, net als vorig jaar, twee weken mee met de ouders van haar beste vriendin. Drie weken vertoeven in een zorgeloze gezinssituatie. Ik gun het haar.
En toch, toen ze terugkwam merkte ik niets aan het feit dat ze weer in haar minder zorgeloos gezin stapte. Vol verhalen sprak ze, al sushi etend, over de weken die ze achter zich had. Ik genoot van haar lach en bedacht me dat ik het goed gedaan had, het zorgen dat zij een goede zomer heeft gehad.
Ze is bijna jarig. Ik realiseer me dat ik elke verjaardag rond een logeerweekend van Beer heb kunnen inrichten voor haar. Stedentripjes in de buurt, uit eten met haar beste vriendin. Veel kleding shoppen.
Alleen was vorig jaar het laatste logeerweekend ooit voor Beer. Dus plannen moet ik zien uit te smeren in de tijden dat hij naar zijn dagbesteding gaat.
Wat lastig kan worden is dat zijn vaste chauffeur een verdiend weekje vakantie heeft. Om dat op te vangen moet ik zelf gaan rijden, bedenk ik me. Al te vaak kwam het voor dat Beer anderhalf uur te laat in de middag werd opgehaald. Om vervolgens afgezet te worden door een vreemde chauffeur die zonder dag te zeggen doorreed.
Gister nam ik mijn dochter mee om snel even wat winkels langs te gaan in de stad. Ze was laat wakker, lag er ook erg laat in. Thuiskom-tijden heb ik dit jaar nu ze zeventien wordt afgeschaft.
Ik vroeg haar wat ze wilde doen met haar verjaardag. Ze vertelde over een etentje in de tuin van haar vriendin met 8 meiden. Haar ouders zijn er niet. Verder wilde ze wel met mij een dagje naar Antwerpen.
Tussen het snel naar huis rijden voor we te laat zouden zijn voor Beer, zei ik dat Antwerpen wel lastig gaat worden met Beer. Ik voelde me schuldig en sprak dat ook uit.
Het regelen voor opvang voor hem is gewoon erg lastig. Ze begreep het.
Toen we de straat inreden stond de chauffeur met Beer in de bus te wachten. Hij liep met Beer naar ons toe terwijl ik me verontschuldigde. Ik wees naar mijn dochter en zei dat ze ook even aandacht verdiende.
‘Geen probleem hoor, ik wacht gewoon dan langer.’
Beer benoemde die avond een paar keer dat ‘mama er niet was’. En ik schakelde weer snel terug van even geen Beer naar weer ‘vol aan de bak Beer’.
Elk jaar voelde ik tijdens de vakanties in zomer, voorjaar, herfst en winter jaloezie en afgunst. Een beetje overdreven hoe ik het opschrijf, maar het feit dat anderen zo lekker vakantie vierden in het buitenland, terwijl ik in mijn kleine wereldje met Beer zat, stak.
‘Oh, ik was zoooo ontzettend toe aan vakantie!’, zei de vriendin die voor de derde keer dat jaar minstens 2 weken weg was. Al haar volgers voorziend van een kleurrijk verslag van strandjes, restaurantjes en kindjes, spelend in de zee.
Of – nu de kinderen ook ouder worden zoals die van mij – 5 weken rondreizen in verre oosterse landen. Ga er maar aan staan met een gehandicapt kind, dat is al een enorme onderneming op zich.
Mijn gevoel van afgunst ging zover dat ik vrienden tijdelijk even op ‘mute’ zette op Facebook.
Ik vond het al knap van mezelf dat ik een midweek Veluwe had overleefd met Beer en zijn zusje, dan hoefde ik even niet die paradijselijke vakantiefoto’s onder ogen te krijgen. Liever niet te veel confrontatie met mijn eigen isolement.
Tot er een dag (of jaar) kwam dat het me niet meer raakte. Zoals dit jaar. Ik merk dat ik het zelfs leuk vind om kiekjes door te scrollen van dierbaren die het willen delen met de rest. Zo zie ik fantastische foto’s van Japan en een heel menu in plastic in de etalage. Ik gun zowaar vrienden mooie zonnige reizen, wetend dat achter die foto’s vast ook bloed zweet en tranen met blaren zitten.
‘Hoe zou dat komen?’, vraag ik me hardop af terwijl ik het eten van de honden in hun bakjes doe.
Gijs de hond kijkt me zachtaardig en liefdevol aan.
Mijn conclusie is dat ik dan berusting moet hebben gevonden in het feit dat mijn leven dan wel anders is als moeder van Beer, maar niet minder.
Ik besef ook dat ik niet eens meer dat gevoel heb van ‘missing out’.
Ik rij met Beer na het eten in de avond naar het zwemstrandje.
Zie de ‘achterblijvers’ genieten van de avondzon en voel me zelfs rijk.
Beer die in het water poedelt en ik die aan het opdrogen is van een zwemrondje.
Vroeger kon ik het me niet voorstellen dat ik dit gevoel zou hebben maar blijkbaar komt het met de jaren.
Het besef dat mijn leven prima is zoals het is.
Elk jaar weer. Je ontkomt er niet aan. Elk jaar is het weer vakantie.
Nou zal je denken, heerlijk toch?! Beetje ontspannen en met een cocktailtje in de hand genieten van je verdiende rust bij het zwembad.
Nou, echt rustig is het niet hè met een school die zes weken dicht is. Ik ben dan ook erg blij met een doorlopende dagbesteding waar Beer vijf dagen per week hard aan het ‘werk’ is. Toen hij nog in zijn zorggroep op school zat moest ik altijd zeer creatief die zes weken invullen zonder zelf totaal overwerkt te raken.
Ik heb ooit wel eens onder een post op insta over dit fenomeen geschreven dat ik zou wensen dat er een soort ‘zomerschool’ zou moeten komen voor ons soort mooie en bijzondere kinderen. De reacties waren massaal en divers. Van ouders die dit ook wilden. Naar ouders die verontwaardigd reageerden dat ik de leerkrachten van het speciaal onderwijs niet waardeerden. Ook zij verdienen rust! En daar ben ik het ook helemaal mee eens natuurlijk.
Maar wat ik bedoelde was dit:
Al die grote landelijke instellingen vallen haast om vanwege grote kostenposten en indicaties die niet meeveren met die kosten.
Wat nou als zij vakantieopvang kunnen bieden binnen de school die dicht is voor onderwijs?
Dat ouders daar met het PGB een x-aantal dagen gebruik van kunnen maken per week vakantie. Hun kinderen zijn dan met bekende andere kinderen en kunnen gestructureerd spelen in de bekende lokalen en veel buiten zijn. Uitjes ondernemen als de instelling genoeg begeleiders (mogen best flexers zijn) inzet en het liefst een busje.
Dan komt er meer geld binnen bij een instelling. Ouders vallen niet massaal om. Kinderen blijven in hun structuur van ‘het naar school gaan’. En leerkrachten kunnen die zes weken hun verdiende vakantie nemen.
Het is wensdenken natuurlijk. En voor mij te laat met een volwassen kind. Maar wat zou het fijn zijn voor ouders als ze deze mogelijkheid wel hebben en ze inderdaad met een cocktail in de hand kunnen genieten van hun welverdiende rust. Wetende dat de vakantieopvang goed is geregeld.
Als er iets is dat wij, ouders van een zorgintensief kind, gemeen hebben dan is het chronische stress. Het altijd aan staan. Slecht slapen. Voortdurend roofbouw plegen op je lichaam om de best mogelijke zorg te bieden aan het kind dat meervoudig beperkt of chronisch ziek is.
Persoonlijk loop ik het liefst zelfs in een regenbui met een zonnebril op.
Een hele drukke winkelstraat kan ik aan, maar als er telkens mensen voor mijn voeten lopen dan krijg ik schopneigingen.
Als ik moet koken en het aanrecht staat vol afwas. Als de tienerdochter brownies staat te maken, Beer moet limonade hebben terwijl er huisdieren bedelen om brokjes… Dan krijg ik de neiging om, naast schoppen, hard te schreeuwen.
Helaas komt dit door een overbelast zenuwstelsel. Iets wat overlappingen heeft met een burn-out maar het net niet helemaal is.
Ik ben benieuwd wat het internet hierover zegt.
Een overbelast zenuwstelsel, vaak veroorzaakt door chronische stress of langdurige overprikkeling, kan diverse symptomen veroorzaken. Deze kunnen zowel fysiek als mentaal/emotioneel van aard zijn. Enkele veelvoorkomende symptomen zijn:
Het frustrerende is dat terwijl onze bingokaart bijna vol is bij het lezen van deze punten, we bij een arts altijd hetzelfde krijgen te horen: u moet meer ontspannen, beter eten en lief voor uzelf zijn.
De grap is dat ondanks dat ons kind misschien al uit huis is we nog altijd aan staan. Op vakantie nauwlettend de berichten in de gaten houden van de instelling. Laat staan als je je handenbinder nog in huis hebt wonen. Je kan alleen even een powernap doen als iemand anders de zorg op zich neemt, toch?
Mijn neuroloog (vanwege rottige chronische migraine) zei ooit: ‘Je hebt een 24-7 bedrijf aan huis en bent de baas. Dan is het niet zo gek als je vaak veel medicatie moet gebruiken om te kunnen doorgaan.’
Ik ga dus niet eindigen met het ‘wees liever voor jezelf #selfcare’. Nee, ik eindig met, het is gewoon ontzettend zwaar allemaal.
Dus geef jezelf een schouderklopje als je nog steeds overeind kan staan.Met af en toe een wijntje of iets leuks voor in de kledingkast.
Want online shoppen is ook altijd nog een optie.
Het was toch laatst ‘brussenweek’? Zoiets is me duidelijk geworden via Facebook. Het platform waar alleen half bejaarde boomers en huisvrouwen zitten. Althans dat vinden de pubers thuis. De brusjes die vast niet zo genoemd willen worden.
Stel ze zitten om aandacht verlegen? Dan is het best wel handig je gehandicapte broer of zus als smoes te gebruiken bij de rector of vervelende verzuimdocent. ‘Mijn broer heeft mijn huiswerk opgegeten.’ Die smoes heeft mijn dochter ooit gebruikt op de basisschool. Het klopte zelfs een beetje maar dan waren het belangrijke papieren van de belastingdienst, van mij.
Verder wordt er nooit verteld dat ze een grote kleine broer thuis heeft. Vindt ze niet boeiend, vertelde ze laatst.
Ik ga natuurlijk van alles bedenken. Dat ze later bij een psycholoog gaat huilen om het gebrek aan aandacht. Maar ook altijd maar die vermoeide moeder die ‘s avonds uitgeblust op de bank ligt. Niets is minder waar nu ze op TikTok duizenden fans heeft. Juist door die broer heeft ze een moeder die met haar gaat shoppen. Haar op dure vakanties laat gaan met vriendinnen. Haar vrijheden geeft in het thuiskomen in het weekend. Al TikTokkend neemt ze die mee, zingend en dansend.
Zolang ze mij maar niet uit mijn broodnodige slaap houdt.
Af en toe probeer ik te peilen hoe het gaat. ‘Goed’,” zegt ze dan met een verveeld gezicht. Ze zit intussen druk te ‘snappen’ met een vriend of vriendin over van alles en nog wat.
Soms zegt ze dat haar vriendinnen het zo leuk vinden in ons poppenhuis. Zelf hebben ze enorme huizen maar zien hun drukke ouders veel minder. Twee vriendinnen volgen mij zelfs op Insta. Ze schijnen het ook leuk te vinden als ik een post terug like.
Dus laat ik het maar inzinken dat het allemaal wel meevalt met dat brusjes verhaal hier in huis.
Straks, als ze volwassen is en merkt dat ze alles zelf moet oplossen, krijg ik toch wel de schuld.
Slapen, het meest belangrijke om te kunnen functioneren. Om niet als een zombie door het leven te gaan. Om die hersenen te kunnen resetten. Dit is knap lastig als je kind besluit een nachtpersoon(tje) te zijn.
Niet voor niets worden ouders min of meer ‘gestoord’ van een huilbaby. Gestoord in hun slaap, gestoord in hun leven. Stel je voor als die huilbaby 12 jaar is en nog steeds zorgt dat je nachten eerder dagen zijn. Zie dan maar eens de dag fris en fruitig door te kunnen komen.
Beer was vroeger het type kind wat zelfs met slaapzak vliegensvlug uit zijn spijlenbed kon klauteren. Als een Houdini begon hij het peuterleven. Dit deed hij met een hysterisch lachen waardoor ik, vanuit slaapgebrek en onbegrip, als een robot naar hem toesnelde. Om een warme fles in zijn armpjes te drukken in de hoop dat ik daarna nog een uur of wat kon tukken.
Iets later kreeg hij door dat het buiten zijn slaapkamer leuker was. Dertig keer op een avond stond hij, in slaapzak, voor mijn neus.
Ik besloot uit wanhoop een haakje op zijn deur te schroeven. Zat ik daar elke avond op de grond voor zijn deur dezelfde zin te herhalen: ‘Het is bedtijd, Beer gaat slapen.’ Hij kreeg al snel door dat hij niet zijn kamer uit kon komen. Het haakje kon al na een paar maanden van zijn deur. En hij is er tot nu toe nooit meer uitgekomen. Ik denk dat het begrenzen en de duidelijkheid hebben geholpen.
Slapen doe ik nog altijd met doppen. Ik ben getraind om toch het belangrijke te horen. Zo hou ik het al 23 jaar vol.
Andere ouders hebben hun eigen manier van kunnen slapen.
Hun kind bij hen in bed, of zij bij het kind in bed.
Een bedkooi (ik kan geen andere naam bedenken) wil ook helpen. En nee, dat is niet zielig. Dat is soms puur noodzakelijk voor de Houdini’s die anders het hele huis afbreken.
Ik heb gehoord dat slaapmedicatie ook nog wel eens wil helpen. Schroom niet daarnaar te vragen voor je echt door je hoeven gaat. Het is niet zielig. Je doet het zodat je kind een normaler ritme krijgt en jij niet tegen een paal rijdt van vermoeidheid.
Ik heb het allemaal geprobeerd. Dat melatonine gedoe deed hier niets. Zelfs een blauw lampje met poeders van abracadabra werkte niet, behalve dat mijn portemonnee lichter werd.
Dus, heb jij de gouden tip hoe wij als ouders-van meer slaap kunnen pakken?
Laat het weten!
Pech hebben we allemaal zo nu en dan. En als je heel veel pech hebt, bijvoorbeeld een nare jeugd, je bent ontslagen en je krijgt een gehandicapt kind, dan is het dubbelop pech. Zie dan maar eens met een positieve instelling het leven aan te gaan.
Mensen die weinig geld hebben – en daarnaast zeer veel pech – moeten het ‘positieve denken’ uit hun tenen halen. Als er dan bijvoorbeeld een politieke partij beweert dat de pech die ze hebben niet hun eigen schuld is, lucht dat op. Ze mogen met recht een hele groep andere mensen de schuld geven van hun pech. Zolang ze boos mogen blijven voelen ze zich minder alleen.
Ik maak het mee in mijn directe kring. Vrienden die pech op pech hebben proberen iets of iemand de schuld te geven. Niet alleen omdat ze dan minder alleen zijn, maar ook omdat ze daarmee niet het licht aan het eind van de tunnel hoeven te zien. Want dat vraagt een eindeloze hoeveelheid veerkracht. En dat is moeilijk als je vanwege die pech ook een depressie krijgt.
Toen de film van Kees Momma op de buis kwam was ik naast ontroerd ook als de dood. Bang dat mijn Beer, die toen een heel stuk jonger was, ook voor altijd bij mij zou blijven wonen. Dat ik ook zo’n moeder zou zijn waar mensen vanaf de zijlijn een oordeel over hebben. Niets naars gehoord over zijn vader, gek genoeg.
Tijdens gesprekken met hulpverleners wilde ik ook wel eens ‘lachend’ zeggen dat ik zeker niet een Kees-moeder ga worden. Want op een bepaald moment, vroeg of laat, krijg je te horen dat je echt naar instellingen moet gaan zoeken die de zorg van je kunnen overnemen. Tegen beter weten in, dat dan wel.
En zo ploeter ik door met een nu 23-jarige peuter thuis zonder logeerhuis of woonplek (waar ik keihard naar heb gezocht en voor blijf vechten).
Als ik mij soms even heel moe voel èn een pechvogel, denk ik aan de moeder van Kees. Haar rust en standvastigheid om haar zoon het allerbeste te gunnen en geven. Ook al is dat niet de makkelijkste weg om te nemen, jezelf zo weg te moeten cijferen voor het welzijn van je kind.
Grappig genoeg hebben ouders zoals wij ontzettend veel veerkracht meegekregen door onze kinderen. Misschien omdat dit soort mantelzorg voor onbepaalde tijd is? Dat we pech hebben weten om te buigen naar geluk? Ondanks dat het gewoon vaak rete zwaar is.
De grap is dat onze kinderen stuk voor stuk onze leermeesters zijn.
Als wij ze de kans geven.